Mensen die in het middensegment van de vrije sector woningen willen huren, worden dwarsgezeten doordat er te weinig aanbod is. Daar kan de overheid iets aan doen door de minimale huurprijs die geldt voor een vrijesectorwoning te verlagen.
Dat zegt voorzitter Ger Hukker van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM).
Voor huren in de vrije sector geldt nu een minimale huurprijs van 710,68 euro per maand. Hukker stelt een verlaging voor naar 618,24 euro. Dat is de zogenoemde aftoppingsgrens, waarboven geen huursubsidie wordt verstrekt.
Het op die manier vergroten van het aanbod in het middensegment (tot 1000 euro) verbetert het functioneren van de woningmarkt, zegt Hukker. Het bevordert de doorstroming van de sociale huursector naar het middensegment en van het middensegment naar de koopsector.
Middeninkomen boven sociale huurgrens zitten klem
Een grote groep valt nu tussen wal en schip. Het betreft mensen die te veel verdienen om in aanmerking te komen voor een huis in de sociale huursector, maar te weinig om een hypotheek te kunnen afsluiten voor een koopwoning.
Volgens cijfers van de NVM en de brancheorganisatie van vastgoedmakelaars VGM NL bedroeg het totaal aantal huurtransacties in het tweede kwartaal 8974. Dat is 1 procent minder dan in het eerste kwartaal, maar 6 procent meer ten opzichte van een jaar geleden.
De gemiddelde huurprijs kwam uit op 870 euro per maand. Iets lager dan het voorgaande kwartaal, maar 0,7 procent hoger dan een jaar geleden. Het is de eerste keer dat de organisaties gezamenlijk huurcijfers bekendmaken. Ze willen hiermee de huursector transparanter maken.
Het deel van de huurmarkt waarop NVM-makelaars en de vastgoedmanagers actief zijn, heeft naar hun eigen schatting een omvang van 910.000 woningen. Dat is 28 procent van de totale huurmarkt.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl